Programmaplan

2 Een sterke sociale basis

NB. Omdat we vanaf 2024 willen gaan werken met ontschotte budgetten, is hier geen specificatie naar beleidsvelden opgenomen.
In Horst aan de Maas bouwen we aan een sterke, sociale basis; de kracht van inwoners, hun netwerk en gemeenschappen zijn daarin het vertrekpunt. Zo houden we professionele zorg betaalbaar en beschikbaar voor inwoners die dit echt nodig hebben.
Dat vraagt om een transformatie van onze rol en dienstverlening; een transformatie die het afgelopen jaar al is ingezet. Kern van de transformatie is:

  • Meer uitgaan van (positieve) gezondheid, eigen kracht en preventie. We investeren (veel) meer in de sociale basis (sterke dorpen en wijken). De link met het programma vitale kernen is daarbij evident. Dit leidt uiteindelijk tot een afname van het gebruik van professionele hulpverlening en zorg (maatwerkvoorzieningen).
  • Professionals werken meer samen met en zijn ondersteunend aan vrijwilligers, waaronder dorpsondersteuners en ervaringsdeskundigen.
  • Binnen dit programma focussen we onder andere op gelijke kansen op gezondheid en het terugdringen van gezondheidsachterstanden.
  • We gaan uit van vertrouwen, werken vanuit de bedoeling en maken passende oplossingen mogelijk, binnen de regels.
  • Zo houden we professionele zorg betaalbaar en beschikbaar voor inwoners die dit echt nodig hebben.

Deze transformatie vraagt ook om een andere manier van werken met financiën: ontschot én met ruimte om te investeren. Kortom: geen ‘aparte potjes’ voor bijvoorbeeld sport of de Participatiewet, maar één budget met ruimte om te kunnen investeren in een sterke, sociale basis. Dankzij landelijke programma’s zoals het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord (IZA) kan dit ook.
Hiermee financieren we pilots en projecten die bijdragen aan de transformatie, preventie en een sterke, sociale basis. We willen in 2024 een transformatiebudget van (maximaal) € 2,4 miljoen vormen. We willen een bestemmingsreserve vullen met de landelijke middelen die we krijgen én vanuit ruimte die we binnen het sociaal domein vrijspelen. We zullen de resultaten van de tweede bijstelling en jaarrekening 2023 verwerken en de raad een concreet voorstel voorleggen.
Voordelen die we hiermee behalen (bijvoorbeeld door minder inzet van maatwerkvoorzieningen) investeren we – in ieder geval de komende jaren – terug in de sociale basis of vitale kernen (zie programma 1). Zo creëren we een vliegwiel dat steeds sneller gaat draaien. Daarbij gelden een aantal voorbehouden:

  • We houden momenteel onze eigen dienstverlening in het sociaal domein tegen het licht. De uitkomsten daarvan zijn nu nog niet bekend. Dit kan betekenen dat er extra middelen nodig zijn om onze dienstverlening passend bij de hierboven beschreven beweging te optimaliseren. Daarin nemen we ook mogelijke gevolgen van de Hervormingsagenda Jeugd en het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming voor onze eigen dienstverlening mee. Het kan hierbij zowel gaan om capaciteit en organisatie als om onze werkprocessen en systemen.
  • Landelijke ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de opdracht en taken die we als gemeente hebben. Dat heeft dan ook direct gevolgen voor onze inzet en de budgetten die we ontvangen. We moeten hier flexibel op kunnen inspelen.
  • We beoordelen jaarlijks welke ruimte reëel is, zodat een mogelijk overschot terug kan vloeien.
  • We nemen de raad structureel mee.

2.1 Van zorg naar gezondheid

Met de transformatie van zorg naar gezondheid, willen we ervoor zorgen dat iedereen de hulp krijgt die hij nodig heeft. Inwoners worden eerder geholpen, waardoor we een zware zorgvraag kunnen voorkomen.
Dit gaan we doen:

  • We bouwen het netwerk van partners rondom IN! verder uit. Samen met onder andere partners in onderwijs en kinderopvang, Provico, Cohesie, zorgaanbieders, sport aan de Maas en Synthese geven we de inhoud van IN! verder vorm.  
  • We geven uitvoering aan ons plan van aanpak GALA waarbij we beschikbare middelen slim combineren om onze doelen te realiseren. Dit doen we vanuit een samenhangende lokale aanpak op drie uitvoeringslijnen, sport, bewegen & cultuur, gezondheid & sociale basis.
  • We organiseren Sociale Kracht Sessies: dit zijn bijeenkomsten waarin professionals, vrijwilligers en inwoners elkaar ontmoeten, waar zij kennis delen, waar nieuwe samenwerkingen ontstaan en nieuwe initiatieven opbloeien.
  • Via onze welzijnsstichting Synthese voorzien we in de toenemende vraag aan zorg en ondersteuning. Vooral jongeren, inwoners met financiële vragen en mantelzorgers krijgen hierdoor meer en vooral sneller de ondersteuning die zij nodig hebben.

2.2 Werken vanuit de bedoeling

We verbeteren onze zorg en ondersteuning aan inwoners. We verbeteren de ondersteuning die we bieden zodat die zo goed mogelijk aansluit op de situatie van de inwoner en diens leefomgeving. We werken vanuit de bedoeling en op basis van het creëren van stabiliteit. Ofwel: de inhoud van de situatie is leidend en regels en voorzieningen zijn ondersteunend.
Dit gaan we doen:

  • We voeren het plan van aanpak voor het Kernteam WIZ uit. Hierdoor worden inwoners sneller in de eigen omgeving geholpen en kunnen zij met hulp van vertrouwde partners sneller op eigen kracht verder.
  • We stellen een Omgekeerde Verordening op (het fundament onder de omgekeerde toets). Die helpt professionals om daadwerkelijk in te spelen op wat de inwoner nodig heeft en daarbij uit te gaan van de leefwereld in plaats van de systeemwereld.
  • We voeren onze Stabiliteitsaanpak uit. Hiermee helpen we inwoners die te maken hebben met een stapeling van problemen in verschillende leefgebieden. De gewenste uitkomst van de inwoner en diens leefomgeving is het vertrekpunt. Ondersteuning organiseren we in samenwerking met/tussen verschillende domeinen en organisaties. Deze manier van werken vormt de rode draad door het regionale actieprogramma Grip op Onbegrip. Hiervoor is in 2022 aan de regio Noord-Limburg een meerjarige subsidie toegekend.
  • Vanuit het programma Geweld Hoort Nergens Thuis bouwen we aan een betere ondersteuning voor inwoners en gezinnen die te maken krijgen met geweld in afhankelijkheidsrelaties. Regionale professionals krijgen scholing in de zogenaamde TOP-3 methodiek. Hiermee verbeteren we de ketensamenwerking, doordat alle partners werken vanuit hetzelfde gedachtegoed.
  • We voeren het programma Sturing en Ontwikkeling Individuele Voorzieningen (SOIV) uit, samen met zorgaanbieders en andere partners. Samen zoeken we naar oplossingen die passen bij de behoefte en mogelijkheden van de inwoner, we normaliseren en schalen tijdig af, we sluiten aan op de eigen kracht en het eigen netwerk. Zo gaan we wachtlijsten tegen en stimuleren we samenwerking en innovatie.
  • We gaan – zowel regionaal als lokaal – aan de slag met de Hervormingsagenda Jeugd (HA). Het doel van de HA is tweeledig:
    • betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is én een beheersbaar;
    • een duurzaam, financieel houdbaar stelsel.

In de HA zitten inhoudelijke maatregelen, zoals het beperken van de reikwijdte van jeugdhulp en het verbeteren van de (boven)regionale samenwerking. De HA bouwt ook voort op het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming.
Omdat de inhoudelijke maatregelen effect moeten hebben op de uitgaven aan jeugdhulp, bouwt het Rijk de (extra) middelen die gemeenten voor jeugdhulp ontvangen, stapsgewijs weer af. De bedoeling is dat deze afbouw gelijke tred houdt met de invoering van de maatregelen uit de HA waardoor gemeenten ook daadwerkelijk minder uitgaven aan jeugdhulp hebben. Een onafhankelijke deskundigencommissie toetst hier in 2025 en 2028 op.

2.3 Meedoen

Meedoen heeft een positief effect op de gezondheid van onze inwoners. Laagdrempelige, vrij toegankelijke voorzieningen waar we mensen helpen met hun zorgen of behoeften zijn daarbij belangrijk. We investeren met ondernemers en maatschappelijke partners in een infrastructuur die ontwikkeling en een zinvolle besteding van de dag mogelijk maakt.
Voor de meest kwetsbare inwoners – mensen voor wie een reguliere baan niet past – blijven beschutte en beschermde werkplekken belangrijk. Iedereen moet zijn talenten kunnen ontplooien.
Dit gaan we doen:

  • We willen dat Onze Loods de komende jaren een vaste waarde wordt. Daarom voeren we het gesprek over passende financiering met onder meer Rendiz en NLW als de grootste participerende aanbieders.
  • We verbeteren onze dienstverlening op het gebied van werk en inkomen door te investeren in het contact met onze inwoners. We leggen meer focus op het goede gesprek, dichter bij inwoners en niet (alleen) vanuit het gemeentehuis. Zo voorkomen we grotere (financiële) problemen. We richten ons meer op de doelmatigheid en laten inwoners participeren naar vermogen.
  • We ontwikkelen Fit naar Werk door naar Vitaal Meedoen. Het doel is mensen met een bijstandsuitkering op een concrete en praktijkgerichte manier te helpen in hun fysieke en mentale ontwikkeling. Want als je lekker in je vel zit, kun je ook nieuwe uitdagingen aan. Het nieuwe programma gaat meer uit van de individuele behoeften van de deelnemer op het gebied van sport en bewegen enerzijds en participatie anderzijds.
  • We investeren in betere dienstverlening gericht op armoedebestrijding in de vorm van laagdrempelige inloopspreekuren in dorpen en wijken waar mensen met zorgen over hun (financiële) situatie terecht kunnen. Het inloopspreekuur bij Onze Loods is daar een voorbeeld van. In 2024 onderzoeken we een inloopspreekuur op meer locaties kunnen organiseren. We willen naast onze inwoners staan om samen te bepalen wat de juiste stappen zijn naar (financiële) stabiliteit. Zo werken we aan duurzame oplossingen. Om vervolgens met duurzame oplossingen bezig te zijn. Ook passen we onze werkprocessen aan, zodat wij onze diensten efficiënter kunnen organiseren.

2.4 Onderwijs

Onderwijs moet voor alle inwoners gelijke kansen bieden: gelijke kansen om talenten te kunnen ontwikkelen; gelijke kansen om gezond en gelukkig op te groeien. We vinden het belangrijk dat kinderen en jongeren passend onderwijs krijgen, dicht bij huis. Zo kunnen ze in hun eigen omgeving een sterke sociale basis opbouwen. Hiervoor is het belangrijk dat het onderwijs gebruik kan maken van passende, moderne en multifunctionele huisvesting.
Dit doen we door de aansluiting van zorg en onderwijs goed vorm te geven, door onderwijsachterstanden bij kinderen tegen te gaan, door toe te zien op de leerplicht, door leerlingenvervoer goed te organiseren, door te zorgen voor passende onderwijshuisvesting en betrokkenheid bij onderwijsontwikkeling en onderwijsinitiatieven. Ons ultieme doel: geen enkel kind zit thuis omdat passende onderwijsopvang ontbreekt.
Dit gaan we doen:

  • We voeren het Uitvoeringsprogramma Onderwijshuisvesting 2020 – 2024 uit met daarin onder meer de (ver)nieuwbouw van Kindcentrum de Weisterbeek en de basisscholen in Sevenum.
  • We actualiseren het IHP onderwijs en maken een nieuwe Uitvoeringsprogramma Onderwijshuisvesting 2025-2029. Beide geven inzicht in de financiële impact.
  • We maken met onderwijspartners nieuwe, duurzame afspraken over kwaliteitskaders voor onderwijshuisvesting die ruimte geven voor de invulling van passend en inclusief onderwijs, waar mogelijk in de vorm van integrale kind centra.
  • We versterken de bestaande verbindingen en samenwerkingen om een doorgaande lijn (van 0 – 23 jaar) van ontwikkeling en ondersteuning vorm te geven. We kijken naar de mogelijkheden van een integraal kindcentrum en hoe we professionele ondersteuning samen met onze partners zo dichtbij en efficiënt mogelijk kunnen organiseren.
  • De vraag naar speciaal onderwijs groeit. We gaan met partners in gesprek Gezamenlijk met onze partners gaan we ons in het bijzonder inzetten om de toenemende vraag naar speciaal onderwijs op te vangen.
  • We werken aan concrete voorstellen voor een duurzame organisatie van onderwijs voor alle nieuwkomers, waarin ook de rol van ons als gemeente helder is (zie ook paragraaf 6.2).

2.5 Ontwikkeling van taal en digitale vaardigheden

De bibliotheek krijgt een steeds belangrijkere rol in de sociale basis. Vanaf 2025 krijgen we als gemeente een wettelijke taak (zorgplicht). Het doel is dat iedereen toegang heeft tot een volwaardige openbare bibliotheek: een plek die kennis en informatie beschikbaar stelt, die mogelijkheden biedt voor ontwikkeling en educatie, die lezen stimuleert, die ontmoetingen en debatten organiseert en die inwoners laat kennismaken met kunst en cultuur.
Dit gaan we doen:

  • In 2024 werken we verder aan de laagdrempelige en toegankelijke bibliotheek, waardoor we in 2025 voldoen aan onze nieuwe, wettelijke taak.
  • We volgen de landelijke programma’s gericht op uitgebreidere openingsuren, het Informatiepunt Digitale Overheid en de doorontwikkeling van het bibliotheekprogramma. We maken afspraken over hoe we deze doorvertalen naar de bibliotheek in onze gemeente.
  • We voeren het Taalakkoord uit. Hiermee krijgen we inwoners die moeite hebben met basisvaardigheden (bijv. lezen en schrijven) in beeld en we helpen hen met een passend aanbod: een taalcursus in de bibliotheek, een online programma, lessen bij Gilde Educatie of hulp van een vrijwillig taalmaatje

Bij dit programma horen de volgende beleidsvelden:

2.1   Zorg
2.2   Werk en inkomen
2.3   Onderwijs

(bedragen x € 1.000)
Lasten € -53.604
Baten € 12.605
Saldo € -40.999
Deze pagina is gebouwd op 03/15/2024 08:29:16 met de export van 10/03/2023 11:08:12